Darmonderzoek, ook wel intestinaal onderzoek genoemd, is een cruciaal medisch onderzoek om de gezondheid van je spijsverteringskanaal te beoordelen.
Inhoudsopgave
- Introductie
- Wat is darmonderzoek?
- Waarom wordt darmonderzoek uitgevoerd?
- Soorten darmonderzoek
- Voorbereiding op een darmonderzoek
- Het verloop van het onderzoek
- Mogelijke risico’s en bijwerkingen
- Uitslag en vervolg
- Veelgestelde vragen over darmonderzoek
- Preventie en leefstijl
- Darmgezondheid in het algemeen
- Conclusie
Introductie
Of je nu te maken hebt met darmklachten, een verhoogd risico op darmkanker of andere aandoeningen in het maagdarmstelsel:
een darmonderzoek kan je helpen duidelijkheid te krijgen over wat er speelt.
Het kan bestaan uit verschillende technieken, zoals een colonoscopie (darmspiegeling), sigmoïdoscopie, endoscopie of een CT-colonografie. Al deze methoden hebben als doel eventuele afwijkingen in de darmen op te sporen, zoals poliepen, zweren of andere schade aan het darmslijmvlies.
In deze uitgebreide gids gaan we dieper in op de verschillende soorten darmonderzoek, leggen we uit hoe je je hierop kunt voorbereiden, wat de mogelijke risico’s zijn en hoe de nazorg eruitziet. Ook bespreken we preventie en leefstijl in relatie tot een gezonde darmfunctie. Kortom, ben je benieuwd wat een darmonderzoek inhoudt en wat je kunt verwachten?
Lees dan vooral verder.
Wat is darmonderzoek?
Darmonderzoek (in medische termen ook wel intestinaal onderzoek genoemd) is een verzamelnaam voor verschillende procedures waarmee de binnenkant van de darmen in kaart wordt gebracht. De darmen zijn een essentieel onderdeel van het spijsverteringskanaal. Ze zorgen voor de opname van voedingsstoffen, de afvoer van afvalstoffen en spelen bovendien een grote rol in de afweer en het immuunsysteem.
Een van de meest bekende vormen van darmonderzoek is een coloscopie, ook wel darmspiegeling genoemd.
Hierbij wordt met een flexibele slang (een endoscoop) de binnenkant van de dikke darm en soms het laatste gedeelte van de dunne darm geïnspecteerd. Deze endoscoop is uitgerust met een kleine camera, zodat de arts of specialist direct beelden kan bekijken en eventueel weefsel kan afnemen voor verder onderzoek (biopsie).
Maar darmonderzoek kan ook andere vormen aannemen, zoals een sigmoïdoscopie, capsule-endoscopie of CT-colonografie. Al deze onderzoeksmethoden hebben als doel eventuele afwijkingen zoals poliepen, ontstekingen, zweren of gezwellen op te sporen en te beoordelen.
Een darmonderzoek wordt niet altijd routinematig gedaan. Vaak besluit een arts daartoe als er klachten zijn die wijzen op een mogelijke afwijking in het spijsverteringskanaal. Daarnaast wordt darmonderzoek ingezet voor screening, vooral wanneer er aanwijzingen zijn voor een verhoogd risico op darmkanker of bij erfelijke darmziekten.
Waarom wordt darmonderzoek uitgevoerd?
1. Diagnose van klachten
Darmonderzoek wordt vaak aangevraagd wanneer je klachten hebt zoals langdurige buikpijn, bloedverlies bij de ontlasting, aanhoudende diarree of juist verstopping (obstipatie). Ook onverklaarbaar gewichtsverlies of een verandering in je stoelgangspatroon kan aanleiding zijn voor verder onderzoek. De specialist kan door middel van een visuele inspectie van de darmen en eventueel een biopsie eventuele afwijkingen, zoals darmontstekingen (bijvoorbeeld colitis ulcerosa
of de ziekte van Crohn), uitsluiten of bevestigen.
2. Opsporen en verwijderen van poliepen
Tijdens een darmonderzoek, zoals een colonoscopie, kunnen poliepen (kleine uitstulpingen in de darmwand) worden opgespoord en vaak meteen worden verwijderd. Poliepen zijn meestal goedaardig, maar sommige kunnen op den duur uitgroeien tot darmkanker. Het tijdig opsporen en verwijderen van poliepen kan dus een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van kanker in de dikke darm.
3. Vroege detectie van darmkanker
Darmkanker is een van de meest voorkomende kankersoorten. Een vroegtijdige diagnose vergroot de kans op een succesvolle behandeling aanzienlijk. Darmonderzoek is daarom cruciaal in het kader van de vroege detectie van darmkanker. Bij verdenking van darmkanker kan een endoscopisch onderzoek informatie geven over de grootte, locatie en het stadium van eventuele afwijkingen.
Ook kan er een biopt genomen worden voor pathologisch onderzoek.
4. Controle bij erfelijke of chronische aandoeningen
Sommige mensen hebben een erfelijke aanleg voor darmziekten, zoals Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) of het Lynch-syndroom.
Zij krijgen vaak op jongere leeftijd of met grotere regelmaat een darmonderzoek aangeboden om eventuele afwijkingen tijdig te signaleren. Ook bij chronische ontstekingsziekten zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa kan een herhaald darmonderzoek nodig zijn om de conditie van de darmen te beoordelen en de behandeling hierop af te stemmen.
Soorten darmonderzoek
Er bestaan diverse onderzoeksmethoden die in de volksmond allemaal onder de noemer ‘darmonderzoek’ vallen. Hieronder bespreken we de meest voorkomende technieken, hun toepassingen en hun voor- en nadelen.
1. Colonoscopie (darmspiegeling)
De meest bekende en vaak gebruikte methode is de colonoscopie. Een colonoscopie houdt in dat een flexibele slang (endoscoop) via de anus in de dikke darm wordt ingebracht. De endoscoop heeft een camera aan het uiteinde, zodat de arts de binnenkant van de darm kan bekijken op een beeldscherm. Indien nodig kunnen er biopsieën worden genomen (stukjes weefsel voor microscopisch onderzoek) of poliepen worden verwijderd.
- Voordelen: zeer gedetailleerd beeld, mogelijkheid om poliepen direct te verwijderen, biopsie mogelijk.
- Nadelen: invasief onderzoek, doorgaans sedatie nodig (roesje), voorbereiding vereist grondige darmreiniging.
2. Sigmoïdoscopie (korte darmspiegeling)
Een sigmoïdoscopie lijkt veel op een colonoscopie, maar hierbij wordt alleen het laatste gedeelte van de dikke darm onderzocht (het sigmoid en het rectum). Dit is minder belastend dan een volledige colonoscopie, omdat de slang minder ver wordt ingebracht en de procedure korter duurt.
- Voordelen: minder ingrijpend en korter dan een volledige colonoscopie, meestal geen sedatie nodig.
- Nadelen: beperkt tot het laatste deel van de dikke darm, kans dat afwijkingen in hogere delen van de darm
gemist worden.
3. Endoscopie voor de dunne darm
Hoewel de term endoscopie vaak wordt gebruikt als verzamelnaam voor ‘kijkonderzoek’, bestaat er ook een specifieke vorm van endoscopie waarmee het begin van de dunne darm kan worden onderzocht. Bij een gastroscopie bekijkt men met een flexibele camera de slokdarm, maag en het eerste deel van de dunne darm (duodenum).
De rest van de dunne darm is moeilijk te bereiken met een traditionele endoscoop, maar kan soms worden bekeken met speciale (langere) endoscopen of met behulp van capsule-endoscopie.
4. Capsule-endoscopie
Capsule-endoscopie is een vrij nieuwe techniek. Bij deze methode slik je een kleine capsule in, die een ingebouwde camera bevat. Deze camera maakt duizenden foto’s van de binnenkant van je spijsverteringskanaal, inclusief delen van de dunne darm die lastig te bereiken zijn met een traditionele endoscoop. De capsule verlaat het lichaam vanzelf via de ontlasting.
- Voordelen: weinig belastend, geen sedatie nodig, heel geschikt voor onderzoek van de dunne darm.
- Nadelen: je kunt geen directe ingrepen doen (zoals biopten nemen of poliepen verwijderen), duurt vaak lang
om alle beelden te beoordelen.
5. CT-colonografie (virtuele colonoscopie)
Bij een CT-colonografie of ‘virtuele colonoscopie’ wordt met behulp van een CT-scanner een driedimensionaal beeld van de dikke darm gemaakt. Hiervoor moet de darm wel eerst schoon en (deels) gevuld met lucht of CO2 zijn, zodat de scanner duidelijke afbeeldingen kan maken.
- Voordelen: minder invasief dan een echte colonoscopie, geen endoscoop in de darm.
- Nadelen: röntgenstraling, geen mogelijkheid tot directe weefselafname of het verwijderen van poliepen, bij een afwijkende uitslag is alsnog een colonoscopie nodig.
6. MRI-enterografie
MRI-enterografie is specifiek gericht op het in beeld brengen van de dunne darm. Het wordt met name ingezet bij de ziekte van Crohn, omdat deze aandoening vaak in de dunne darm voorkomt. Bij MRI-enterografie krijg je een contrastvloeistof te drinken, waarna er een MRI-scan wordt gemaakt. Zo kunnen ontstekingen of andere veranderingen in de dunne darm in kaart worden gebracht.
- Voordelen: geen röntgenstraling, goede visualisatie van de dunne darm en omliggende structuren.
- Nadelen: duurt relatief lang, niet altijd geschikt voor mensen met claustrofobie of bepaalde implantaten.
Voorbereiding op een darmonderzoek
De voorbereiding op een darmonderzoek is afhankelijk van de onderzoeksmethode, maar in de meeste gevallen is een grondige reiniging van de darm noodzakelijk. Dit zorgt ervoor dat de arts een zo helder mogelijk beeld krijgt van de darmwand. Bij bepaalde technieken, zoals een gastroscopie (onderzoek van maag en eerste deel van de dunne darm), is alleen nuchter zijn voldoende. Bij een colonoscopie of CT-colonografie is een laxerende voorbereiding vereist.
Dieet en laxeren
Bij een colonoscopie of sigmoïdoscopie krijg je meestal een voorschrift voor een speciaal dieet voor een of meerdere dagen voor het onderzoek. Dit dieet is licht verteerbaar en vezelarm. De avond voor en/of de ochtend van het onderzoek neem je een laxeermiddel waardoor de darminhoud volledig wordt geleegd. Het is
belangrijk dat je deze instructies nauwkeurig opvolgt om een optimaal resultaat te krijgen.
Nuchter zijn
Voor sommige onderzoeken, zoals een endoscopie of een gastroscopie, moet je enkele uren voor de procedure nuchter blijven. Dat betekent dat je gedurende die periode niet mag eten of drinken (soms mag je wel nog kleine slokjes water nemen). Volg altijd de aanwijzingen van je arts of specialist.
Medicijngebruik
Als je bloedverdunners of andere specifieke medicatie gebruikt, is het soms nodig om hiermee tijdelijk te stoppen of over te stappen op een alternatief. Dit is vooral van belang als er een verhoogd risico bestaat op bloedingen (bijvoorbeeld wanneer er poliepen verwijderd kunnen worden). Overleg altijd met je arts welke aanpak voor jou het beste is.
Persoonlijke voorbereiding
Het is goed om je voor te bereiden op het feit dat een darmonderzoek, met name een colonoscopie, oncomfortabel kan aanvoelen. Vaak wordt tijdens de procedure lucht of CO2 in de darm geblazen om de darmwand beter zichtbaar te maken, wat buikkrampen of een opgeblazen gevoel kan veroorzaken. In veel gevallen kun je een roesje (lichte sedatie) krijgen om het onderzoek beter te verdragen.
Het verloop van het onderzoek
Hoe een darmonderzoek in de praktijk verloopt, is afhankelijk van de gekozen methode. Hieronder een algemeen overzicht van wat je kunt verwachten bij de meest voorkomende procedure: de colonoscopie. Andere technieken, zoals een sigmoïdoscopie of CT-colonografie, kennen soortgelijke stappen, maar zijn vaak
minder uitgebreid of vereisen een andere wijze van beeldopname.
1. Ontvangst en voorbereiding
Je meldt je op de onderzoeksafdeling van het ziekenhuis of de kliniek. Je krijgt hier een korte uitleg over de procedure. Vaak moet je een speciaal onderzoekshesje of –short aantrekken. Mocht je een roesje krijgen, dan wordt er een infuusnaaldje ingebracht zodat de sedatie tijdens het onderzoek kan worden toegediend. Je wordt meestal gevraagd of je een laatste keer naar het toilet wilt, zodat je met een lege blaas aan het onderzoek begint.
2. Inbrengen van de endoscoop
Bij een colonoscopie ga je op je linkerzij op de onderzoeksbank liggen, met je knieën iets opgetrokken. De arts brengt de endoscoop voorzichtig via de anus in de dikke darm. Om de darmwand goed te kunnen beoordelen, wordt er lucht (of CO2) ingeblazen. Dit kan een opgeblazen gevoel of lichte krampen geven.
3. Inspectie van de darm
De arts schuift de endoscoop langzaam op door de dikke darm en kijkt nauwkeurig naar het darmslijmvlies. Tijdens het terugtrekken van de scoop wordt de darm opnieuw geïnspecteerd. Op deze manier wordt geen stukje van de darm overgeslagen. Als er een poliep wordt gevonden, kan deze vaak direct worden verwijderd. Ook kan er een biopsie (weefselmonster) worden genomen om afwijkend weefsel verder te onderzoeken.
4. Einde van het onderzoek en rust
Zodra het onderzoek klaar is, wordt de endoscoop langzaam teruggetrokken en verwijderd. Als je een roesje hebt gehad, is het belangrijk even uit te rusten in de uitslaapkamer. Je kunt je wat slaperig of duizelig voelen.
Het opgeblazen gevoel in de buik kan nog even aanhouden. Meestal mag je, zodra je weer goed wakker bent en gegeten of gedronken hebt, naar huis. Het is verstandig om vooraf te regelen dat iemand je naar huis brengt, vooral als je sedatie hebt gehad.
Mogelijke risico’s en bijwerkingen
Darmonderzoek is over het algemeen veilig, maar net als bij iedere medische ingreep zijn er risico’s en bijwerkingen aan verbonden. Hieronder vind je de meest voorkomende.
1. Buikkrampen en een opgeblazen gevoel
Door de lucht of CO2 die in de darm wordt geblazen, kun je tijdens en na het onderzoek last hebben van buikkrampen of winderigheid. Deze klachten nemen meestal binnen een paar uur af. Veel mensen voelen zich na een dag alweer prima.
2. Reactie op de sedatie
Als je een roesje krijgt, kun je tijdelijk last hebben van bijwerkingen zoals slaperigheid, duizeligheid of misselijkheid. Daarom mag je na het onderzoek ook niet zelf autorijden. Deze bijwerkingen verdwijnen doorgaans snel.
3. Bloeding
Als er poliepen worden verwijderd of een biopsie wordt genomen, kan er een kleine kans zijn op een bloeding. Dit is meestal een lichte bloeding die vanzelf stopt. Bij hevige of aanhoudende bloedingen moet je contact opnemen met je arts.
4. Perforatie
Een perforatie (gaatje in de darmwand) is een zeer zeldzame maar wel ernstige complicatie van een endoscopisch darmonderzoek. In dat geval is soms een operatie nodig om het gaatje te dichten. De kans op perforatie is gelukkig erg klein (ongeveer 0,1% of lager), maar het is wel iets om je bewust van te zijn.
5. Complicaties van andere technieken
Bij een CT-colonografie bestaat naast de blootstelling aan een geringe hoeveelheid röntgenstraling doorgaans weinig extra risico. Bij een capsule-endoscopie kan het theoretisch voorkomen dat de capsule in de darm blijft steken, vooral bij vernauwingen als gevolg van bijvoorbeeld de ziekte van Crohn, maar dit is eveneens zeldzaam.
Uitslag en vervolg
Afhankelijk van het type darmonderzoek en de procedures die zijn uitgevoerd, krijg je de resultaten soms direct na afloop te horen of op een later moment in een vervolgafspraak. Bij een colonoscopie kan de arts vaak al vertellen of er poliepen of andere opvallende bevindingen zijn. Als er stukjes weefsel zijn weggenomen voor onderzoek, zal het biopt in een laboratorium verder worden geanalyseerd, wat enkele dagen tot weken kan duren.
Op basis van de uitslag wordt gekeken of er een verdere behandeling of controle noodzakelijk is. Dit kan variëren van een eenmalige ingreep (bijvoorbeeld het verwijderen van een poliep) tot een regelmatig herhaald onderzoek (bijvoorbeeld bij chronische darmziekten). Ook kan er extra onderzoek nodig zijn als er iets afwijkends is gevonden dat verder opgehelderd moet worden.
Bij afwijkingen die duiden op een verhoogd risico op darmkanker of andere aandoeningen (zoals colitis of de ziekte van Crohn) zal de arts een behandel- of controletraject voorstellen. Het is belangrijk om deze adviezen goed op te volgen om gezondheidsproblemen in de toekomst te voorkomen of tijdig te behandelen.
Veelgestelde vragen over darmonderzoek
1. Doet een darmonderzoek pijn?
De meeste mensen ervaren een colonoscopie of sigmoïdoscopie niet als pijnlijk, maar eerder als ongemakkelijk. Vooral de lucht die in de darm wordt geblazen, kan een opgeblazen gevoel geven. Bij een roesje krijg je een licht kalmerend middel waardoor je meestal weinig van de procedure merkt.
2. Hoe lang duurt een colonoscopie?
Een colonoscopie duurt doorgaans 15 tot 45 minuten, afhankelijk van hoe gemakkelijk de endoscoop door de darm kan worden geleid en of er eventuele ingrepen plaatsvinden (zoals het verwijderen van poliepen).
3. Wat als er poliepen worden gevonden?
Poliepen kunnen in de meeste gevallen direct tijdens het onderzoek worden verwijderd. Ze worden vervolgens naar het laboratorium gestuurd voor nader onderzoek. De uitslag bepaalt of er verder actie ondernomen moet worden.
4. Wanneer kan ik weer normaal eten?
Na een darmonderzoek, zeker na een colonoscopie, kun je meestal dezelfde dag weer rustig opbouwen met eten. Het is verstandig om te beginnen met lichte maaltijden of vloeibaar voedsel, vooral als je last hebt van buikkrampen. Je arts kan je hierin adviseren.
5. Moet ik echt iemand meenemen?
Als je een roesje krijgt, is het verplicht om iemand mee te nemen die je naar huis kan brengen. Door de sedatie kun je nog slaperig of duizelig zijn. Ook is het niet toegestaan om dezelfde dag te rijden of zware werkzaamheden te verrichten.
6. Hoe vaak moet je een darmonderzoek herhalen?
Dat hangt af van je situatie. Bij sommige erfelijke aandoeningen of chronische darmziekten kan een regelmatige controle nodig zijn, bijvoorbeeld eens in de paar jaar. Als alles normaal is, en er geen verhoogd risico bestaat, is herhaling meestal niet nodig tot er nieuwe klachten ontstaan.
Preventie en leefstijl
Een gezond spijsverteringskanaal begint met een goede leefstijl en preventieve maatregelen. Hoewel een darmonderzoek essentieel kan zijn om afwijkingen vroegtijdig op te sporen, is het natuurlijk nog beter om klachten te voorkomen. Met de volgende tips ondersteun je je algehele darmgezondheid en verlaag je
mogelijk je risico op darmziekten en darmkanker.
1. Vezelrijk eten
Vezels zijn een belangrijke voedingsstof voor je darmen. Ze stimuleren een goede darmperistaltiek (beweging van de darm) en helpen bij het vormen van een stevige, regelmatige ontlasting. Volkorenproducten, groenten, fruit, peulvruchten en noten zijn goede bronnen van voedingsvezels. Een vezelrijk dieet kan het risico op darmkanker en andere darmproblemen verkleinen.
2. Voldoende vochtinname
Drink voldoende water of andere caloriearme dranken, zoals kruidenthee. Vezels hebben vocht nodig om te kunnen zwellen en soepel door de darmen te bewegen. Bij onvoldoende vochtinname kan je juist last krijgen van verstopping.
3. Beweeg regelmatig
Regelmatige lichamelijke activiteit bevordert een gezonde darmwerking. Door te bewegen, stimuleer je de doorbloeding van de organen en ondersteun je daarmee het spijsverteringskanaal. Zelfs een dagelijkse wandeling van 30 minuten kan al een positief effect hebben.
4. Beperk alcohol en roken
Overmatig alcoholgebruik en roken zijn risicofactoren voor darmkanker en andere gezondheidsproblemen. Door te matigen met alcohol en te stoppen met roken, verlaag je het risico op diverse vormen van kanker, waaronder dikke darmkanker.
5. Let op je gewicht
Overgewicht en obesitas zijn in verband gebracht met een verhoogd risico op darmkanker en andere chronische aandoeningen. Een gezond lichaamsgewicht draagt bij aan een betere algehele gezondheid en verkleint je kans op aandoeningen aan het spijsverteringskanaal.
6. Periodieke screening
In sommige gevallen is een periodieke darmkanker-screening of een algemeen darmonderzoek aan te raden, zeker als er in je familie darmziekten voorkomen of als je andere risicofactoren hebt. Dit kan verschillen per persoon; overleg daarom altijd met je huisarts of specialist.
Darmgezondheid in het algemeen
Je darmen spelen een centrale rol in je algehele gezondheid. Ze zijn namelijk niet alleen verantwoordelijk voor de spijsvertering, maar hebben ook invloed op je immuunsysteem, je hormoonhuishouding en zelfs je stemming. Een verstoring in de darmflora, bijvoorbeeld door ongezond eten, stress of medicijngebruik,
kan uiteenlopende klachten geven zoals buikpijn, opgeblazen gevoel en een veranderde ontlasting.
Gezonde darmen zijn in staat om voedingsstoffen efficiënt op te nemen en schadelijke stoffen te neutraliseren. Een gezond microbioom (de verzameling van bacteriën en andere micro-organismen in je darmen) is een belangrijke beschermingsfactor. Probiotica, zoals yoghurt of gefermenteerde voedingsmiddelen, kunnen soms helpen om de darmflora te ondersteunen, hoewel dit per persoon verschilt.
Veel darmklachten kunnen worden voorkomen of verminderd door een combinatie van gezonde voeding, voldoende beweging, stressmanagement en regelmatige medische controles (zoals een darmonderzoek bij aanhoudende klachten). Neem signalen van je lichaam serieus en raadpleeg je arts als klachten aanhouden of verergeren.
Aantal mensen met darmkanker (2000–2024)
Naast de algemene darmgezondheid is het belangrijk stil te staan bij darmkanker (dikkedarmkanker). Het aantal nieuwe gevallen van darmkanker in Nederland is de afgelopen decennia gestegen. Onderstaande cijfers zijn (afgeronde) schattingen voor nieuwe diagnoses per jaar. Voor recente jaren (2023–2024) gaat het om prognoses die nog kunnen veranderen:
Jaar | Aantal nieuwe diagnoses* |
---|---|
2000 | ~9.500 |
2001 | ~9.800 |
2002 | ~10.100 |
2003 | ~10.400 |
2004 | ~10.700 |
2005 | ~11.000 |
2006 | ~11.300 |
2007 | ~11.700 |
2008 | ~12.000 |
2009 | ~12.200 |
2010 | ~12.400 |
2011 | ~12.700 |
2012 | ~13.000 |
2013 | ~13.300 |
2014 | ~13.500 |
2015 | ~13.700 |
2016 | ~13.800 |
2017 | ~13.900 |
2018 | ~14.000 |
2019 | ~14.100 |
2020 | ~14.200 |
2021 | ~14.400 |
2022 | ~14.600 |
2023† | ~14.800 |
2024† | ~15.000 |
Conclusie
Darmonderzoek, in al zijn vormen – van colonoscopie en sigmoïdoscopie tot capsule-endoscopie en CT-colonografie – kan een essentiële rol spelen bij het vroegtijdig opsporen en diagnosticeren van aandoeningen in het spijsverteringskanaal. Of het nu gaat om het vinden en verwijderen van poliepen, het uitsluiten van ontstekingsziekten of het diagnosticeren van darmkanker in een vroeg stadium: de waarde van deze onderzoeken kan niet worden onderschat.
De voorbereiding is vaak het meest tijdrovende en onaangename gedeelte, met diëten en laxeermiddelen, maar het is noodzakelijk om de darmen goed schoon te maken voor een optimaal zicht en betrouwbare resultaten. Hoewel complicaties relatief zeldzaam zijn, is het belangrijk om je bewust te zijn van de mogelijke risico’s, zoals bloedingen of zelfs een perforatie van de darmwand.
Door een gezonde leefstijl na te streven, met voldoende vezels, water, beweging en een matig gebruik van alcohol en tabak, kun je zelf ook bijdragen aan een goede darmgezondheid. Periodieke controles of gericht darmonderzoek bij klachten kunnen helpen om eventuele problemen vroegtijdig op te sporen en de kans op ernstige complicaties te verkleinen.
Aarzel niet om een arts te raadplegen als je darmklachten ervaart, zoals langdurige buikpijn, bloed bij de ontlasting of onverklaarbaar gewichtsverlies. Een darmonderzoek kan dan een wereld van verschil maken voor je gezondheid. Met de juiste voorbereiding, professionele begeleiding en nazorg is dit onderzoek een veilig en doeltreffend middel om zicht te krijgen op wat er in je darmen gebeurt. Heb je nog vragen, dan is het altijd verstandig om in gesprek te gaan met een medisch specialist.